Gisteravond zat ik in een hangmat op het eiland van Brienenoord, het nacht-van-de-nacht bosbad voorbereiden. We tuurden naar de boomtoppen. ‘Wat denk je,’ vroeg ik, ‘zouden ze weten dat wij hier zijn?’ Ik geneerde me. Alsof bomen gevoel hebben, alsof ze oren hebben. Maar mag je je dan niet voorstellen dat bomen ons op hun eigen manier ook kunnen waarnemen?

Ik was op bomenreis met Dr. Imei, de voorzitter van Infom, het internationale Shinrin yoku genootschap. Op een beboste heuvel in Japan vroeg ze ons groepje om een paar minuten de indrukken van het landschap in ons op te nemen. Later vertelde mijn Forest bathing collega uit Australië dat ze onder de indruk was van de donder die je over de bergen heen kon horen. Dr. Imei corrigeerde, dat zijn legeroefeningen en geen donder bij heldere hemel. Mijn bosbad collega keek gegeneerd opzij. Later vroeg ik aan Imei: waarom heb je dat verteld, is haar eigen beleving niet ook valide? Ik ben wetenschapper en arts, antwoordde ze, en ik vertel de waarheid. Daar ben ik toe verplicht. Zo’n oefening die Imei ons liet doen heet bij bosbaden ‘Sitspot’ en staat bekend als helende natuurinterventie. Gevoelens van ‘awe’ of ontzag voor de natuur, zoals het ontzag voor donder, is bevorderlijk voor het welbevinden, de creativiteit en het maken van lange termijn plannen. Of de oorzaak van wat je waarneemt een authentieke donderklap is of een kanon doet er alleen toe voor wie het weet. Terwijl het effect van schaamte na een correctie misschien minder positief uitwerkt op je gesteldheid.Wat is dus het belang van ‘de waarheid’ bij een bosbad?

Wat is überhaupt waarheid?
Niemand gelooft tegenwoordig nog dat een hond geen gevoelsleven heeft. Dat was de afgelopen 200 jaar wel anders: Descartes, de grote denker uit de Verlichting stelde dat een hond niet op pijn reageert maar mechanische reacties vertoont. Al zegt je eigen waarneming het tegenovergestelde: egal! Dieren voelen geen pijn. Tot in de jaren ’70 dacht men zelfs dat baby’s onverdoofd geopereerd konden worden omdat ze nog geen pijn konden voelen. Schreeuwt het? Dat is dan een prikkel. Tegenwoordig hebben we het al over de pijn die vissen voelen en begint het besef door te dringen dat slachtvee lang niet altijd mak is, maar dat de dieren proberen te ontsnappen en zich verweren, net alsof ze een besef hebben van wat hun overkomt.
Dus hoe zit het dan met bomen en andere ‘dingen’ in natuur? Misschien zullen wij over de mens die we nu zijn nog eens denken van hoe konden ze dat doen? Hoe konden ze ervan uitgaan dat de natuurlijke wereld een wezenloos ding is waar naar believen gekapt, gehakt en misbruikt mag worden?
Waarheid en wetenschap kennen een grijs gebied, wil ik maar zeggen, waarin het een nog net wel en het ander net niet kan en het onderscheid is zeker niet in beton is gegoten.

Ik zou bij een bosbad wellicht niet vertellen dat het bij waargenomen donder om een leger oefening gaat.
Maar wat vertel je over bomen die communiceren via het Wood Wide Web? Of over tellende bomen? Of bomen met herinneringen die van hun ervaringen lijken te kunnen leren? Het zijn vakinhoudelijke wetenschappers van indrukwekkende instituten die dit soort verschijnselen keer op keer aantonen. Het klinkt antropomorf maar is het niet.

En wat van de zogenaamde Solar en Luna bomen? Er hangt een zweem van wetenschappelijkheid omheen, de naam van Agnes van den Berg, de hoogleraar omgevingskunde van de universiteit van Groningen, zingt rond. En wat dan van water dat een geheugen heet te hebben, ook een veel onderzocht en gepubliceerd gebied? Zo zijn nogal wat natuur interventies waar de meter vooralsnog de verkeerde kant op slaat. Dus waar leg je de grens tussen wat je nog wel en wat niet meer kunt vertellen? Wanneer zeg je als bosbad gids, tot hier en niet verder?

Johnny Cash zei eens: never let the truth stand between you and a good story.
Als bodbadgids zeg je: never let a story stand between you and a good tree.

Kun je mensen vragen om over een denkbeeldige afgrond (of een echte greppel) te springen? Om symbolisch stenen achter te laten, geladen met ongewenst verleden? Om drie keer om een boom te gaan en een wens te doen?
Hoewel zo’n interventie het ijs breekt, gezelligheid brengt en ook een soort verbinding kan het de andere kant op slaan. Je neemt verantwoordelijkheid voor het proces die je liever bij de natuurlijke wereld wil laten. Ook kunnen je deelnemers je als een beetje vreemd ervaren (en dat doet af aan je positie als gids).

Zodra een bosbadgids de leiding neemt trekt de natuur zich terug. Helaas, want hoe leuk is het niet om ecclectisch te werken. Maar voor een bosbad werkt dat net zo weinig als wanneer je je deelnemers leert navigeren in de natuur, hun plantennamen bijbrengt of over gezondheidseffecten van bosbaden doceert.

En zo dansen we op de richel tussen geloof en mythe, kennis en gevoel, tussen weten en ervaren.
Wees alert op je aannames en overtuigingen, je ego en je idealen, want die staan in de weg bij een bosbad. Je hoeft niet te overtuigen. Let op de signalen: word je stem harder, gaan je ogen wijder open? Dan ben je meestal aan het zenden.
Houd het liever bij een mijmering naar de boomtoppen: ‘Wat denk jij,’ vraag je dan, ‘denk je dat ze weten dat wij hier zijn?’
